Het jaar 2020 en inmiddels ook een groot deel van 2021: een tijd die we misschien wel nooit zullen vergeten. Voor mij persoonlijk ook een verdrietig jaar waarin ik mijn moeder verloor, maar net zozeer ook het jaar van de Corona-ellende. Het jaar van onzekerheid, beperkingen en ‘standje overleven’. Het jaar van veel te weinig vrienden zien en zeker van te weinig leuke dingen (kunnen) doen.
“Hoe gaat het?” appt een vriendin. “Wel oké, druk met werk en de kinderen”, is inmiddels bijna het standaard antwoord. Nu is dat in een gezin met (kleine) kinderen ook een tijd lang hetgeen waar je leven om draait, maar nu in tijden van Corona des te meer. Want wat doen we eigenlijk op een dag? We werken, we eten, we vermaken ons met de kinderen, we werken nog wat en we gaan naar bed. En dat elke dag in hetzelfde huis. Met dezelfde mensen. Een jaar lang.
Een onverwachte wending
Het was ergens halverwege maart, toen we met een deel van onze familie op wintersport in Oostenrijk waren. We zaten in een soort van bubbel, want we hadden het fijn en slechts zijdelings kregen we wat informatie over de vreemde ontwikkelingen in de rest van de wereld mee. Onwerkelijk. Het werd meer concreet toen we op zaterdag voor ons vertrek uit Oostenrijk, te horen kregen dat het complete skigebied de dag erna zou gaan sluiten. Ondertussen had ik ook vernomen dat mijn werkgever besloten had, het hele kantoor de komende tijd vanuit huis te laten werken. In de auto terug naar huis kon ik langzaam aan dat idee wennen en begon ik me zelfs te verheugen op de rust van fulltime thuiswerken die aanstaande was.
Ik had nog niet heel lang een nieuwe baan in Utrecht en hoewel ik net een beetje begon te wennen aan de reistijd die ik daarbij cadeau gekregen had, bracht het in die tijd ook de nodige onrust in mij en mijn gezin met zich mee. En dat zou voorlopig dan toch mooi even wegvallen. ‘Even’, zoals we toen nog hoopten. Voor even geen hectiek in de ochtenden om voor de file de deur uit te komen, terwijl ik me tegelijkertijd schuldig voelde dat ik vriendlief achterliet in de hectische ochtendroutine. Geen hectiek in de middag om – met werk dat half af was – voor de file van kantoor weg te komen, om vervolgens thuis nog wat werk te doen, kinderen van de crèche te halen, eten te koken en de kinderen op bed te leggen, waarmee er rond een uur of 8 pas weer rust in huis was. Er zou meer tijd komen om vaker te gaan sporten, vlak voor of na werktijd, of zelfs in de pauze. En bovenal: er kwam tijd voor m’n werk.
BAM! De kinderopvang dicht.
Van dat heerlijke vooruitzicht heb ik letterlijk een paar uurtjes in de auto terug van Oostenrijk naar huis kunnen genieten, tot aan de persconferentie vlak na thuiskomst op zondagavond 15 maart 2020, waarin premier Rutte doodleuk vertelde: “de kinderopvang en scholen gaan dicht“. BAM! Die hadden we even níet zien aankomen. In één seconde veranderde de euforische stemming van de rust die in het vooruitzicht lag, naar lichte paniek bij het idee dat beide kinderen de komende tijd thuis zouden zijn. Niet gezellig één studiedagje, maar elke dag. Weken lang. Hoe dan?

We gingen er in eerste instantie vrij pragmatisch mee om. Dennis en ik pakten om-en-om 2 uurtjes oppas, terwijl we tussendoor een poging deden ons werk gaande te houden. Enige structuur voor de jongens ontbrak, we probeerden vooral ons eigen hoofd boven water te houden. En de jongens vonden het prima. Toen de Corona-ellende nog wel even wat langer leek te gaan duren, besloten we toch over te stappen op meer ritme en regelmaat. De 2-uurs-diensten werden vervangen door halve dagen oppas versus halve dagen werk. Nog verre van ideaal, maar voor die tijd de best mogelijke oplossing. Er kwam een whiteboard voor Jelle met een indeling van de dag, met verplichte en facultatieve elementen en welke van de twee ouders op welk moment van de dag als oppas aanspreekbaar was. Dat werkte voor een week of 2, maar ach, we waren wel weer 2 weken verder en we deden mee met de hype, want alle wanhopige ouders hadden inmiddels zo’n soortgelijk bord in huis.
Zo gingen er weken en maanden voorbij
We rommelden voort en zochten onze weg in de beperkingen die er waren. Vooral Jelle kwam in een leeftijd dat hij graag met andere kinderen wilde spelen, maar waar de gelegenheid niet voor was. We leefden immers in onze eigen bubbel, bang om onze ouders of mijn zieke moeder te besmetten, zodat in elk geval de ouders van Dennis nog konden blijven oppassen en we in elk geval 1 dag in de week de handen vrij hadden. Er was geen school om met andere kinderen te spelen, laat staan de BSO. Ik kon niet meer genieten van m’n vrije vrijdagen, want je had er al een hele week opzitten met de kids. Ik was jaloers op Dennis die elke vrijdag juist als een van de weinige dagen een hele dag rustig aan het werk kon. Dat wilde ik het allerliefste ook, want de kinderen waren altijd thuis. Er was nooit rust in huis.
Ook zelf kwam ik in een soort van sociaal isolement. Te weinig contact met vrienden, vanwege die kans op besmetten van onze ouders, met het risico dat onze enige oppasmogelijkheid wegviel. Alle tijd en energie die ik had, ging uit naar de mantelzorg van mijn eigen ouders, de continue aanwezigheid van de kinderen en het werk. Het thuiswerken zorgde ervoor dat ik nauwelijks een dag in een andere omgeving dan ons eigen huis kwam, weinig contacten met collega’s had, laat staan de gezellige praatjes bij het koffiezetautomaat.
Gek genoeg rommelden we op alle vlakken rustig door en zijn we inmiddels al een jaar verder. We zitten nog steeds middenin een lockdown met avondklok, winkels die beperkt open zijn en horeca, terrassen en culturele instellingen waarvoor het einde nog zeker niet in zicht is. Ik werk inmiddels een jaar en nog steeds verplicht fulltime thuis, met nog geen enkel uitzicht op geleidelijke terugkeer naar kantoor. Maar voor ons het meest belangrijk: de opvang en de basisscholen zijn weer open! De kinderen leren nieuwe dingen, er is weer structuur en er zijn weer vriendjes om mee te spelen. Het enige waar we sinds het begin van deze 3e lockdown op 15 maart 2020 inmiddels al 123 dagen met smart op wachten is de heropening van de BSO, want ondanks wat extra ondersteuning van opa en oma en een oppasmeisje hier en daar, zijn 2 van de 5 werkdagen nog net zo versnipperd en onrustig als een jaar geleden. Waardoor ik helaas nog steeds zoekende ben naar ruimte, als het gaat om rouw, want ook dat gebeurde dit jaar.
Van ‘standje overleven’ naar ‘een nieuwe realiteit‘
Wat we halverwege maart niet verwacht hadden, heeft deze hele Corona-ellende toch de nodige rust gebracht. Jelle gaat inmiddels naar school en Mees is de onrust van zijn eerste levensjaar voorbij. Er is rust in het huishouden, nu de hectiek van de ochtend- en eindemiddag-rituelen verdwenen zijn. Vorig jaar zomer hadden we alle tijd om Jelle zindelijk te krijgen en goed te leren fietsen en genoten we van onze (speel)tuin en het mooie weer. We zijn net als iedereen meer gaan wandelen en fietsen om de buitenlucht op te zoeken. Inmiddels heb ik vanaf dag 1 van de 3e lockdown de modus gevonden om elke dag te sporten, inmiddels dus al 123 dagen lang. We hebben veel tijd met de kinderen door kunnen brengen en zij met ons 😉
Ook op werkgebied heeft het mij veel opgeleverd, omdat ik fulltime thuis zoveel productiever kon zijn dan op kantoor en zoveel makkelijker contact kon leggen met collega’s door het hele bedrijf, bij wie de agenda ook van de ene op de andere dag leeg was. Gelukkig vinden we ook in het op afstand werken langzamerhand onze nieuwe wegen en zie ik door deze Corona-ellende een positieve verandering op gang komen met nog meer vrijheid en flexibiliteit. Wat heerlijk is.
Kom maar op met de ‘nieuwe normaal’
Ik was niet zo van de term het ‘nieuwe normaal’, maar ik ben ervan overtuigd dat Corona veranderingen teweeg heeft gebracht die niet meer zullen verdwijnen en we op sommige vlakken wel van een soort van ‘nieuw normaal’ kunnen spreken. Gelukkig maar, het bevalt mij wel. Liever heb ik in het ‘nieuwe normaal’ wel wat meer te vertellen. Waarbij mijn blogs niet meer alleen gaan over hoe ik de rouw om mijn eigen mama ervaar, maar waarbij ook mijn eigen rol als mama en alles wat ik daaromheen ervaar, weer eens onderwerp van nieuwe verhalen kan zijn. Een nieuw normaal waarbij ik bovenal mijn vrienden vaker zie en meer te vertellen heb op de app, of liever nog op een willekeurig terras.
Geef een reactie