Terug in de mallemolen van de cardioloog

Op 8 december 2018 onderging ik een sportmedische keuring in het kader van de marathon van Barcelona, die ik zo’n 100 dagen later zou gaan lopen. Naast een inspanningstest en diverse andere onderzoeken, werd er ook een ECG afgenomen, ofwel een hartfilmpje. De uitslag daarvan gaf de sportarts de nodige zorgen.

Zodoende wandelde ik op 21 december 2018 bij het Cardiologie Centrum in Amsterdam Zuid naar binnen, voor opnieuw een ECG, een echo en een fietstest. Ook de cardioloog zag een gelijke afwijking als de sportarts, met als gevolg dat ik op 12 januari 2019 bij het VU Medisch Centrum belandde voor een CT-scan van mijn hart.

Er bleek niets te zien. Er was blijkbaar een afwijking, maar geen verklaring. Daar sta je dan. Ik vervolgde zonder al teveel twijfel m’n trainingsschema en heb die marathon zonder (hart)problemen uit weten te lopen.

Wel stond er een vervolgafspraak, ergens in het jaar 2020.

Die vervolgafspraak was vandaag. Fijn, aangezien momenteel opnieuw middenin de voorbereidingen voor opnieuw een hele marathon zit. Die van Parijs, op 5 april.

Daar stond ik vanmorgen, middenin de Pijp in Amsterdam, voor opnieuw een ECG, een echo en een gesprek met de cardioloog. Ik was vrij onvoorbereid, nul rekening houdend met het feit dat een bezoek aan een cardioloog geen alledaagse bezigheid is en als de beste man géén positief nieuws zou hebben, dat best grote gevolgen zou hebben voor de rest van… m’n leven misschien wel. Het was zelfs zo dat ik tot een dag van tevoren dacht dat de ‘Afspraak met de cardioloog’ die al 2 jaar in de agenda staat, voor vriendlief bedoeld was en niet voor mij. Vooral ook omdat ik even vergeten was waar een cardioloog z’n brood ook alweer mee verdient en het om die reden zeker niet logisch zou zijn als vriendlief die beste man zou bezoeken. We hadden er even onenigheid over, totdat ik toch besloot om toch zelf maar bij die cardioloog langs te gaan. Een weekje later pas, dat wel.

Ik liep naar binnen en opnieuw werd ik aangekeken door de toch al oudere mensen in de wachtkamer. Na enige tijd werd ik opgehaald voor opnieuw een ECG. Zo’n 20 zuignappen werden op m’n lijf aangebracht, die er gezamenlijk blijkbaar voor konden zorgen dat mijn rikketik op de juiste manier in beeld gebracht werd. Even later kon ik weer in de wachtkamer plaatsnemen en kwam een andere dame me halen voor de echo. Ietwat ongemakkelijk lag ik daar met volledig ontbloot bovenlijf op de tafel te kijken naar hoe (dit keer niet die van een van m’n zoons, maar) m’n eigen hart tekeer ging op het scherm. Ze lichtte het een en ander toe en we praatten over het bijzondere marathonschema dat ik voor de tweede keer volg, over hoe je dat combineert met kleine kinderen thuis. Of wellicht: hoe dat misschien ook niet zo eenvoudig te combineren valt.

Het duurde even voordat ik opnieuw uit de wachtkamer werd opgepikt, dit keer door de cardioloog himself. Hij viel meteen met de deur in huis dat m’n hartkleppen en hartspieren oké zijn en belangrijker nog, m’n kransslagaders ook. Blijkbaar hetgeen waarmee het het vaakst mis gaat bij de hartlopers die vlak voor of na de finish van een hardloopwedstrijd in elkaar storten.

Fijn! De zorgen díe ik wellicht zou moeten hebben gehad, waren nu in elk geval verleden tijd. Hij maakte het nog mooier door te zeggen dat ik eigenlijk wel bevoorrecht ben, omdat ik straks waarschijnlijk beter voorbereid aan de start sta dan de duizenden lopers om me heen, nu ik nagenoeg zeker weet dat m’n hart me in elk geval níet in de steek zal laten. Dat ik vrijuit kan gaan trainen en alleen wat rustiger aan moet doen als een sterke verkoudheid om de hoek komt kijken. Maar dat moet iedereen, want een virus tast ook het hart aan.

Het gesprek verliep verder wat moeizaam, wat ik inmiddels wel gewend ben van de vele artsen die ik in mijn leven gesproken heb. Na een vraag van mijn kant, begon hij uiteindelijk toch honderduit te vertellen. Over het feit dat een ECG een relatief goedkope techniek is, die een jaar of 100 geleden uitgevonden is. Dat er tegenwoordig veel betere technieken bestaan om de kwaliteit van je hart in kaart te brengen, in plaats van wat plakkers op je enkels en je borstkas. Je daardoor eigenlijk ook naar een foto kijkt die zo’n 100 jaar oud is, vertroebeld met veel ruis. Zo’n ECG kan dus klaarblijkelijk ook afwijkingen laten zien die er niet zijn, of niet laten zien op het moment dat ze er wel zijn.

Best zorgelijk. Gelukkig kwam het in mijn geval neer op – zo blijkt achteraf – onnodig veel onderzoek voor een afwijking die er niet is. Maar liever dat, dan andersom. Meneer de cardioloog stelde voor om elkaar over 3 jaar nog maar weer eens te zien. Dat leek me een goed idee. Zo snel kom je niet nog eens in de mallemolen van de cardioloog terecht en een extra check eens in de zoveel jaar kan zeker geen kwaad!

Dus, op naar Parijs!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: