Afgelopen dinsdag een maand geleden begon ik met mijn nieuwe baan bij a.s.r., wat betekent dat ik mijn proeftijd inmiddels succesvol doorgekomen ben. Voor een werkgever vaak niet eens iets om bij stil te staan, voor een werknemer soms toch een eerste kleine mijlpaal. Zo ook voor mij, kan ik je zeggen.
Want tegelijkertijd herinnerde Facebook mij aan een post die ik vandaag 5 jaar geleden online zette. Een jaar waarin ik een fantastisch mooi traject voor mijn toenmalige werkgever TNS NIPO deed en daarvoor in krap 2 maanden tijd de wereld over vloog en zo’n 7 landen bezocht. Een tijd waar ik lange tijd met weemoed aan terug heb gedacht, want wat was dat een mooie ervaring, wat had ik leuke collega’s en wat voelde ik me daar op m’n plek.
Toch begon niet veel later mijn grote zoektocht, zo bleek later. Want wie ben je, wat wil je en wat kun je, na een periode van bijna 8 jaar bij eenzelfde werkgever? In een functie waar je toevallig ingerold bent, maar nooit voor geleerd hebt. Is dat dan wel de baan die bij je past en waarin je verder wil? Dat is voor mij een aardige zoektocht gebleken. Niet voor niets hoorde ik sommigen onlangs denken: “alweer een nieuwe baan?” Ja. Want diegenen die mij iets beter kennen, weten dat ik inmiddels al bijna 5 jaar op zoek ben naar misschien wel mezelf én die ene baan. En daardoor in slechts 5 jaar tijd, al 3 werkgevers versleten heb.
‘Je kunt alles bereiken in je leven, als je maar wilt’.
Zo’n zin die de meeste millennials erin gestampt krijgen. Mooi natuurlijk, maar het brengt ook druk met zich mee. Werk móet tegenwoordig leuk zijn en een carrière flitsend. LinkedIn staat vol met berichten over de meest uiteenlopende awards die gewonnen worden, de meest fancy opleidingen die met succes afgerond zijn en promoties tot functies met de meest creatieve, opmerkelijke en soms nietszeggende namen. Waarbij het een trend lijkt om bij een carrière-switch ook de wereld te laten weten hoe dankbaar je je voormalige collega’s bent voor de genoten samenwerking, omdat je in nog geen 2 jaar tijd zóveel geleerd hebt en het zó fijn had (maar toch weg gaat?), want het is tijd voor een nieuwe uit-da-ging. #jeukwoord
Ik moet eerlijk zeggen dat ook ik daar tot op zekere hoogte gevoelig voor ben, want ja – of ik het nou wil of niet – ook ik ben een Millennial 😉 Niet dat ik al m’n successen wil delen met de hele wereld, niet dat ik liefst na 2 jaar alweer een nieuwe baan zoek omdat ik van mening ben dat ik de organisatie voldoende ken en m’n leercurve teveel is afgevlakt, maar wel omdat ik simpelweg een baan wil waar ik blij van wordt, het merendeel van de dagen met plezier naar toe ga en het gevoel heb iets bij te kunnen dragen. Maar liefst ook een baan waarin ik trots kan zijn op dat wat ikzelf weet te bereiken, danwel op hetgeen waar mijn werkgever voor staat, danwel op de samenwerking met fijne collega’s, waarvan ik kan leren, me aan op kan trekken en het gevoel heb iets aan bij te kunnen dragen, van betekenis kan zijn, gewaardeerd word voor dat wat ik doe.
Verwacht ik dan teveel van een baan? Misschien. Maar tegelijkertijd ben ik ook van mening dat je best kritisch mag zijn op dat wat je het grootste deel van je leven doet, de plek waar je het grootste deel van je dag doorbrengt en de collega’s die je soms meer spreekt dan je eigen partner. Maar ook de plek waar je leert, jezelf ontwikkelt en bijdraagt aan wie je bent.
Dat een échte mismatch je soms alleen maar verder van huis brengt, kan ik inmiddels ook uit eigen ervaring vertellen. Zoals het jaar 2017, waarin ik 9 maanden overspannen thuis zat, omdat er letterlijk niks meer uit m’n handen kwam bij het bedrijf waar ik toen zat. Omdat ik letterlijk ziek werd van het feit dat ik me niet op m’n plek voelde bij de werkzaamheden, de bedrijfscultuur en de collega’s. Uit zo’n dal omhoog klimmen is des te moeilijker.
En dan is het niet zo dat ik dé wereldbaan zoek. Dat alles moet kloppen en alles wat ik doe leuk moet zijn. Dat is een utopie waar ik niet in geloof, geen enkele baan is een 100% match.
Wat ik inmiddels wel weet is dat ik na alle ervaringen maar al te goed kan aanvoelen als een baan me teveel (negatieve) energie kost doordat een te groot deel van bovengenoemde factoren níet aanwezig is en ik ook geen kans zie om daar voldoende verandering in aan te brengen. Zeker als de ene na de andere baan te ver af ligt van de verwachtingen die ik had, het gesprek dat we voerden en m’n zoektocht wéér opnieuw van start gaat.
Zo’n zoektocht, daar kan ik trouwens ook een boek over schrijven. Het is namelijk heus niet zo dat ik al die tijd niet wist wat ik wilde, maar kwam er gaandeweg wel achter dat datgeen wat bij mij paste haast onbereikbaar was. Elke baan die een mislukking bleek, gaf me namelijk wel nieuwe inzichten. Dat bijvoorbeeld een teveel aan administratieve taken niet mijn ding is (ik maak bijvoorbeeld de mooiste planningen, maar kan ze met geen mogelijkheid zelf nakomen), dat een teveel aan data (of meer eenvoudig: cijfertjes) en de analyse daarvan mij doodongelukkig maakt, dat ik weinig tot niets heb met reclames (en er ook niet in geloof), werkgevers met de letter M en ik (tot 4 keer toe) geen match zijn, ik letterlijk ruimte nodig heb om me te kunnen bewegen (en stil te kunnen werken), ik kriegel word van teveel sturing en micro-management en bovenal flexibiliteit en afwisseling nodig heb qua werktijden en -locatie.
Zelfs als je dat allemaal inzichtelijk hebt, als je een beeld hebt van het type bedrijf dat bij je lijkt te passen, als je geaccepteerd hebt dat de branche en/of de organisatie waar je écht graag zou willen werken (voorlopig) nog even onbereikbaar is, maar je toch vacatures ziet die aan lijken te sluiten bij dat wat wel bij je past (100% zeker weet je dat natuurlijk nooit op basis van alleen een vacaturetekst en een of meerdere gesprekken), zelfs dán ben je er tegenwoordig nog lang niet.
Bij de banen die ík voor ogen had volgt namelijk vaak een traject van zo’n 2 maanden, waarin je gemiddeld 6 mensen moet zien te overtuigen, je met een beetje pech een persoonlijkheids- én capaciteitentest moet doen en er dan ook nog eens gevraagd wordt om een case voor te bereiden en ter plekke te presenteren met alle zenuwen die er toch al bij zo’n sollicitatie komen kijken. Oh, en dat met vaak nog een handjevol concurrerende sollicitanten. De kans is groot dat je vroeg of laat ergens in dat traject om de een of andere reden het loodje legt.
Dit resulteerde in zo’n – ik lieg niet – 85 sollicitaties in de afgelopen 5 jaar. Wat uitliep op 18 teleurstellende en 2 succesvolle gesprekken (bij de 2 andere successen werd ik gelukkig door het bedrijf zelf benaderd).
“Ja, wat een originele motivatie en CV heb je, we hadden zeker een leuke klik, maar we kiezen toch voor iemand met meer ervaring”
Ik heb mensen om me heen zien en horen denken: “waarom neemt ze niet gewoon genoegen met ‘een baantje’?” Zou kunnen, je kunt je voldoening ook ergens anders uit halen, ook prima. Doe ik ook, door mezelf uit te dagen (en soms onmogelijke doelen te stellen) tijdens het sporten, m’n creativiteit tot uiting te brengen in tal van activiteiten, verhalen te schrijven voor dit blog, te genieten van m’n gezin en leuke dingen te ondernemen met vrienden en familie. Maar blijkbaar is dat voor mij niet voldoende en met het hebben van ambities is trouwens ook niets mis. Misschien komt dat bij mij ergens vandaan, misschien heb ik nog iets goed te maken naar mezelf en/of naar anderen, misschien is dat nou eenmaal wie ik ben..

En nu zit ik dus bij a.s.r.
In een functie die ver af staat van wat ik gewend ben, waar ik me comfortabel in voel of ervaring mee heb. Maar hé, het voelt wél goed en zoals ik bij m’n laatste afscheid te horen kreeg, word mijn instelling blijkbaar ook weleens vergeleken met de alom bekende quote:
Ik heb het nog nooit gedaan, dus denk dat ik het wel kan.
– Pipi Langkous
Ik werd benaderd door een recruiter en dacht “ach, in gesprek blijven kan nooit kwaad” en kwam zo ineens in een van de functies terecht die ik al zo lang voor ogen had. Ondanks eenzelfde intensief traject als veel van de voorgaande sollicitaties. Wel met een reistijd die bijna 3 keer zo lang is dan een jaar geleden. Wel bij een verzekeringsmaatschappij, wat zéker niet mijn branche was, zoals ik altijd stellig dacht.
Maar weet je? Voor zover ik het nu kan overzien zit ik er meer dan goed. Zit ik er met een gevoel dat ik bij de afgelopen 3 werkgevers niet gehad heb. Is die reistijd heerlijk om nog even na te kunnen denken over de dag die komen gaat of je achter de rug hebt, blijkt verzekeren best interessante materie, is a.s.r. op alle vlakken een top werkgever en zei de semi-grote baas vorige week:
“Doe hier niet wat je gevraagd wordt, dat deed ik ook nooit, doe vooral wat je leuk vindt. Vind je iets niet meer leuk, ga dan in gesprek. Je wordt voor iets gevraagd omdat men je geschikt vindt en vermoed dat je het leuk vindt, zou alleen maar leuk zijn als je dan ook mee doet, maar voel je niet verplicht.”
Kijk, dat is een benadering die mij (en ongetwijfeld de meesten) aanspreekt. En dat is tevens een van de vele argumenten die ik nu kan benoemen, waardoor ik kan zeggen blij te zijn dat ik m’n proeftijd overleefd heb. Niet omdat ik vreesde dat mijn baas het niet met mij zag zitten, maar wel andersom. Geen idee wat er bij a.s.r. op m’n pad gaat komen en hoe ik er over een paar maanden bij zit. Maar dat doet er nu ook niet toe.
Met een beetje geloof in mezelf en door iets minder te luisteren naar het oordeel van anderen, is het me uiteindelijk toch gelukt om een baan te vinden die aan ál mijn criteria (en die van een Millenial ;)) voldoet!
Geef een reactie