Omgaan met een uitslag die je niet verwacht had..

Ter voorbereiding op m’n marathon, onderging ik op 8 december dit jaar een sportmedische keuring met inspanningstest en ECG. Ik hoopte op een positief bericht ten aanzien van mijn gezondheid en een mooi doel qua vermogen en omslagpunt, om naar toe te kunnen trainen in de aanloop naar de marathon.

Uitslag van de ECG

Er waren nog geen 5 minuten verstreken nadat ik van de loopband was afgestapt, ik was nog nauwelijks op adem en besloot eerst even iets aan mijn half-ontblote bovenlijf te trekken, toen de sportarts meteen maar met de deur in huis viel. Hij was bezorgd over de uitslag van het hartfilmpje. Er volgde een moeilijk verhaal over de transportatie van bloed tussen twee hartkamers, het al dan niet gelijkmatig kloppen van het hart, en nog wat hart-gerelateerde toestanden. In mijn geval was daar blijkbaar iets mis, waar de sportarts ongerust over was. Hij vertelde dat het te maken kan hebben met een sporthart, ofwel een hartkamer met extra dikke spierwand, wat vaker voor komt bij mensen die frequent sporten, waardoor de meting mogelijk minder goed kon plaatsvinden.

Het was vrijdagmiddag 4 uur. Hij zou maandag meteen contact opnemen met m’n huisarts voor een doorverwijzing naar de cardioloog voor verder onderzoek, tot die tijd mocht ik niet intensief sporten.

Oh, no!

Ik was even uit het veld geslagen, wat ik met deze onverwachte informatie moest. Iets aan m’n hart, dat vind ik nogal wat. Ik vroeg nog eens om verheldering, maar het bleef bij redelijk onbegrijpelijke, medische taal, wat misschien ook kwam door de toestand waar ik me in bevond. Ik liet het er dus maar bij.

In de uitslag kon ik terug lezen dat het om een repolarisatiestoring gaat. Iets met RSR’ in V1-V2 en rechts-precordinaal. Een negatieve T in V2-V3 en een toenemende afwijkende repolarisatie voorwand. Ingewikkeld, zelfs Google kan me hier niet verder in helpen.

De sportarts liet me de week die erop volgde nog lange tijd in onzekerheid. Hij was druk en onze afspraak vergeten, zei hij. Uiteindelijk heb ik er zelf opnieuw achteraan moeten bellen en pas donderdag kreeg ik bericht. Komende donderdagmiddag heb ik een afspraak bij Cardiologie Centrum Amsterdam Zuid, voor een fietstest, een echo van m’n hart en opnieuw een ECG.

Ik heb zelf nog steeds het vermoeden (of wellicht de hoop?) dat de uitslag te maken heeft met een van de electrodes, die zowel voor als tijdens de inspanningstest geen goed signaal gaf. Toch ben ik blij met de afspraak bij de cardioloog, zodat ik straks zekerheid heb.

Uitslag van de inspanningstest

Terwijl ik het verhaal van de sportarts nog aan het verwerken was, liep ik met de inspanningsfysioloog mee naar een andere kamer voor de uitslag van de inspanningstest. Ik voelde weinig begrip voor de toestand waarin ik verkeerde, wat nog eens versterkt werd door het feit dat deze meneer niet zo fan was van het Sportrusten schema dat ik volg met een maximale trainingsafstand van 14 km en het uitsluitend trainen op hartslag. Begrijpelijk, het zijn immers niet zíjn bevindingen die eraan ten grondslag liggen.

Helaas bleek de uitslag die hij voor zich had, net zo min positief…

Screen Shot 2017-12-19 at 12.57.34

Ik haalde een prima maximale snelheid, maar m’n basisconditie bleek vrij matig. Enerzijds begrijpelijk gezien de zwangerschap die ik achter de rug heb en nog niet al teveel gesport heb sinds die periode, anderzijds fiets ik met relatief gemak een rondje van 100+ kilometer of loop ik een rondje van 15+ kilometer. Daar moet je toch een aardige basisconditie voor hebben, zou ik zo zeggen.

M’n basisconditie werd gemeten aan de hand van bloedafname in m’n oorlel. Deze waarden zouden relatief laag moeten blijven, maar liepen bij mij veel te snel op.  Iets met ‘lactaat’, wat ik gelukkig wél heb kunnen Googlen:

“Lactaat is een stof die in de spieren gevormd wordt en wordt gebruikt om de zogenaamde anaerobe drempel te bepalen. Boven deze drempel stapelt het lactaat zich op in je spieren en je bloed, omdat de afvoer het niet meer kan bijhouden. Hoe later je deze drempel bereikt, hoe beter je uithoudingsvermogen.”

Advies was om eerst m’n basisconditie te verbeteren door genoeg rustige duurtrainingen te lopen (< 9,7 km/h), af en toe intensief te trainen, maar ook langere afstanden te trainen. Daarnaast zou ik idealiter op hartslag én snelheid moeten trainen, omdat mijn hartslag niet snel genoeg reageert op verandering van tempo. 

Screen Shot 2017-12-19 at 12.57.54

Dit alles ging redelijk in tegen mijn schema, wat mij opnieuw zorgen gaf…

Nu heb ik geen enkele ambitie qua eindtijd voor m’n marathon, de 10 kilometer per uur waarop m’n lactaatwaarden acceptabel zijn, is wat mij betreft een prima tempo. Daarnaast moet ik volgens m’n schema op een redelijk lage hartslag trainen, wat inhoudt dat ik op dit moment sowieso niet vaak veel harder loop dan 9,5 km/h, dus ook dat komt goed. Tot slot had ik al besloten om eventueel de Halve Marathon van Egmond en de Asselronde (25 km) in Apeldoorn te gaan lopen, dus ook het advies qua lange afstanden is gedekt.

Toch hield ik geen al te prettig gevoel over na dit hele gebeuren, want bovenstaande conclusie trok ik natuurlijk pas achteraf. Misschien vooral omdat ik me wat verloren voelde in deze diagnose en houvast zocht hoe ik verder moest.

Inmiddels heb ik m’n schema weer opgepakt, heb ik het Sportrusten-team benaderd om me verder te begeleiden en kijk ik vooral uit naar de afspraak bij de cardioloog. Hopelijk loopt alles met een sisser af en kan ik mijn Road to Barcelona zonder al teveel zorgen vervolgen!

 

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑