Op mini-expeditie naar Het Kabouterdorp De Zilk

Nu we opnieuw in een lockdown aanbeland zijn, zijn we genoodzaakt het vertier weer zelf te organiseren. Zo besloot ik vandaag om de mini-expeditie in het leven te roepen. Kleine avonturen met de kids in eigen land. En of het nou een echt expeditie-gehalte heeft of niet, dat doet er niet zoveel toe. Als het er maar toe leidt om lekker naar buiten te gaan. En daarbij klinkt een expeditie een heel stuk avontuurlijker dan een wandeling en avontuur is nou nét datgeen waar ik van houd!

Zo gingen we vandaag op zoek naar het kabouterdorp De Zilk. Een klein kabouterdorpje verstopt in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Het verhaal gaat dat een boswachter ooit bij ingang De Zilk de eerste kabouter neerzette. Kinderen, ouders, opa’s en oma’s die hier een wandelingetje maakten, namen zelf kabouters mee en zo groeide de plek uit tot een heus Kabouterdorp. Helaas werd het dorp van zo’n 200 kabouters in 2020 vernield, maar wordt het nu weer opgebouwd door bezoekers die een adoptie-kabouter meenemen.

Zo had ik er zelf een tijd geleden al één op de kop getikt om ooit thuis te brengen in dit fijn dorpje en vandaag was het zo ver! In nog geen 20 minuten rijden waren we bij parkeerterrein De Zilk (Joppeweg 1, De Zilk). Voor de jongens namen we fietsen mee, anders zouden we ze ongetwijfeld 3/4 van de route op de nek moeten nemen, wat voor ons een expeditie an sinch zou zijn geweest.

Het Kabouterdorp staat niet aangegeven, maar ik vond een omschrijving op internet. Daarnaast is het kabouterdorp zelfs ook op Google Maps te vinden, dus dat brengt je zeker op de juiste plek. We startten op een verhard pad en kwamen meteen al het eerste wild tegen: herten. Een passende start van deze expeditie. Die herten kwamen we overigens nog heel veel vaker tegen, waarbij we ons de vraag stelden wat het verschil is tussen een hert en een rendier.

Ik weet wat het verschil is tussen een hert en een rendier! Een rendier kan vliegen en een hert niet!

Jelle (5 jaar)

Een stuk verderop liep het pad bergafwaarts, waar we Mees gevaarlijk hard op zijn loopfietsje naar beneden zagen zwabberen, maar het liep gelukkig goed af. We staken een rivier over en klommen een berg omhoog. Er liep een stel met kinderen voor ons, die – zo hoorden we – ook onderweg waren naar het kabouterdorp. Balen, dat maakte onze expeditie en zoektocht natuurlijk een stuk minder spannend. Gelukkig spotten de jongens een stel oude bomen, een zwam en nog wat weinig spannende attributen. Een mooie kans om de reis wat te vertragen en onze mede-expeditieleden alvast een stuk vooruit te laten lopen, zodat wij alsnog onze eigen zoektocht konden vervolgen.

Na wat gerommel met natte takken, vervolgden we onze weg over een inmiddels onverhard pad. Mees was inmiddels klaar met z’n loopfiets en nam toch plaats bij vriendlief op de nek, toen we het onverharde pad af moesten, de duinen in. Jelle nam plaats op de loopfiets van Mees, zodat ik met de crossfiets van Jelle aan de sjouw kon. Ach, een beetje afzien hoort bij een expeditie. Na een tijdje lopen met nog wat herten hier en daar, beklommen we een heuvel en spotten we het kabouterdorp. Ik had een koddig klein dorpje verwacht, maar het dorp had inmiddels alweer een aardige omvang bereikt. Jelle ging op zoek naar het beste plekje voor onze kabouter, terwijl ik de luier van Mees verschoonde. Gewoon buiten in de natuur, zoals dat gaat op expeditie.

Er werden nog wat bomen beklommen door de mannen, Mees onthoofde het kabouteropperhoofd en ik maakte wat foto’s van de koddige kaboutertafereeltjes. Hoewel Jelle nauwelijks afscheid kon nemen van onze kabouter, moesten we op een gegeven moment toch weer huiswaarts. Een stukje door de duinen, om via hetzelfde verharde pad weer terug naar de parkeerplaats te gaan. De heuvel waar Mees op de heenweg net niet van z’n fietsje afzwabberde, bleek vanaf de andere kant toch wat verraderlijker. Zo kom je altijd voor verassingen te staan op expeditie. Daar ging hij met een noodvaart en eindigde beneden met z’n fietsje op de grond. Ik had de renpas halverwege al ingezet en was dus snel bij hem toen het leed geschiedde. Het bleek gelukkig slechts een bloedneus en een schram op z’n voorhoofd, dat had een stuk ernstiger af kunnen lopen..

Op die fiets wilde hij in elk geval even niet meer, dus werd het toch een ritje op mijn nek. Waarmee deze expeditie na een tocht van 3,5 kilometer toch als soort van echte expeditie eindigde.

3 gedachten over “Op mini-expeditie naar Het Kabouterdorp De Zilk

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: