Afgelopen vrijdag was het eindelijk zo ver, de dag waarop de afspraak voor een sportmedische keuring en een inspanningstest gepland stond. Ik hoopte natuurlijk te horen dat op medisch vlak (zoals altijd) alles prima in orde was en ik een mooi resultaat bij de test behaalde, als doel voor m’n marathon van Barcelona in 2018.
Zoals ik eerder al schreef, is het Sportrusten schema gericht op slim hardlopen met rustig ademhalen. Dus: minder kilometers trainen, maar wel gericht met een hartslagmeter. Het is daarvoor van belang om te weten wat jouw specifieke hartslagzones zijn en op welke hartslag jij straks de marathon gaat lopen, waar je achter komt door middel van een inspanningstest.
Het uur van de waarheid was aangebroken
Vol goede moed stapte ik vrijdagmiddag op m’n fietsje richting het Sport Medisch Centrum in Amsterdam Oud-Zuid. Ik had van tevoren al even gebeld om te vragen wat ik qua kleren het beste aan kon trekken. Ik vermoedde een fietsbroek, omdat een eerdere inspanningstest die ik een jaar of 6 geleden deed, ook op de fiets plaats vond. De dame achter de receptie wist het niet precies, ik nam voor de zekerheid dus ook maar m’n hardloopkleren mee.
Het Sport Medisch Centrum in Amsterdam is een niet al te groot gebouw, midden tussen de voetbal-/hockeyvelden. Beneden was een sportschool, ik moest boven wachten. Korte tijd later kwam een meneer, die later de sportarts bleek, me ophalen en name me mee naar een kamertje met een behandeltafel, een loopband met allerhande meetapparatuur en een fiets. Of is het een hometrainer, ik weet eigenlijk nooit hoe je zo’n binnen-racefiets noemt.
Zonder enige uitleg over het verloop van de afspraak, kreeg ik een aantal vragen voorgeschoteld over het anamnesformulier dat ik vooraf had moeten invullen (anamnese = moeilijk woord voor ‘medische voorgeschiedenis’), werd m’n lengte en gewicht gemeten (ik bleek ineens 1 cm kleiner dan ik m’n halve leven gedacht had) en werden er vervolgens allerlei plakkertjes op m’n lichaam geplakt voor een hartslagfilmpje. Dat bleek nog een heel gedoe, omdat een van de plakkers niet wilde meewerken en van mening was dat ik geen hartslag had.. Ik heb nog steeds het vermoeden dat het verontrustende resultaat na afloop, daar ook alles mee te maken had.
Ondertussen kwam de inspanningsfysioloog binnen, die de inspanningstest (VO2max Test) af ging nemen. De test bleek toch op de loopband plaats te gaan vinden, dus wisselde ik ondertussen nog even snel van outfit. Of eigenlijk wisselde ik alleen m’n fietsbroek voor een hardloopbroek. M’n hardloopschoenen had ik nog aan van de fietstocht ernaar toe. Dat ik die ochtend gekozen had voor een sportbeha die niet door m’n witte fietsshirt heen zou schijnen, was inmiddels niet meer de beste keus geweest, want nu stond ik in mijn niet al te fancy en oude witte sportbeha met plakkers, half naakt voor deze twee heren..
Die loopband was een kleine tegenvaller, vond ik, omdat ik het idee heb dat je op een loopband veel minder makkelijk tot het uiterste kunt gaan dan op een fiets. Terwijl je redelijk kapot aan het gaan bent, moet je er tegelijkertijd voor zorgen dat je midden op de loopband blijft lopen, je niet te ver achterop de loopband raakt om te voorkomen dat alle kabeltjes van je lichaam afgetrokken worden, je er niet verstrikt in raakt met je armen die steeds fanatieker heen en weer gaan en je niet struikelt door vermoeidheid om vervolgens tegen de muur achter je aan te vliegen. Op een fiets is het een kwestie van blijven zitten tot je benen volledig verzuurd zijn of je ademhaling op hol geslagen is, iets wat ik met meer regelmaat mee maak als ik weer eens tot het uiterste gedreven wordt tijdens een fietstochtje met onze Leimuidse fietsclub, dan het loopscenario dat ik hierboven beschreef.
Anyway, ik moest het ermee doen.
Ik kreeg een apparaat op m’n hoofd, die al m’n uitgeademde zuurstof zou opvangen en er werd in m’n oor geprikt om bloed af te nemen voor een lactaatmeting. We begonnen met een korte warming-up, waarna het tempo elke 3 minuten met een kilometer per uur werd opgevoerd. Op zo’n moment moest ik ook ‘even’ van de band afspringen (met beide benen aan weerszijden van de loopband) om opnieuw een druppeltje bloed af te nemen, waarna ik een 10-tal seconden later weer op de draaiende loopband onder me moest stappen om door te rennen. Da’s ook nog best een uitdaging moet ik zeggen, naarmate de band sneller onder je lichaam door suist.
Het hardlopen ging redelijk, ik keek uit het raam naar de voetballende jongetjes buiten op het veld, er stond een ventilator te draaien, ik probeerde me te concentreren en kon de ademhalingsoefening die ik vanuit het Sportrusten programma meegekregen had goed volhouden. Dit ging door tot ik een snelheid van 14,5 kilometer per uur bereikte, niet meer gecontroleerd kon ademen, maar vooral soort van in paniek raakte omdat ik steeds meer begon te zwabberen op de loopband. Hoewel ik vermoed dat ik nog wel eventjes door had gekund, als ik mezelf er écht toe gezet had, voelde het op dat moment niet goed en besloot ik te stoppen. Vooraf hadden we 14,5 kilometer p/u als minimaal doel gesteld, die had ik gehaald.
Toch ben ik er zeker van dat ik zittend op een fiets, écht tot het uiterste had kunnen gaan..
Ik stapte van de band af om bij te komen en voelde me nog enige tijd wat duizelig. De plakkers werden van m’n lichaam gehaald en het was tijd voor de (toch wat verontrustende) uitslag…
Waarover in een volgende blog meer.
Ps. voor wie het zelf ook interessant vindt, een dergelijke sportmedische keuring wordt vaak via de zorgverzekering vergoed (zo’n €150 – €200). De instantie moet uiteraard wel aan bepaalde certificeringen voldoen en er moet een sportarts bij aanwezig zijn. Vandaar dat ik ook koos voor de combinatie van inspanningstest inclusief sportmedische keuring.
Geef een reactie